Van aanspreken naar bespreken
Het lijkt niet zo moeilijk, elkaar aanspreken. Door social media zijn we steeds beter in staat om ons zegje te doen. We roepen maar raak, zonder scrupules en niet gehinderd door enige kennis. Vorige week las ik een berichtje in de krant dat onderzoek uitwees dat mensen zich niet altijd realiseerden wat ze schreven en hoe dat over zou kunnen komen. Onbedachtzaamheid.
Ondanks, of juist door deze ontwikkeling van snel kunnen communiceren (éénrichtingsverkeer) vinden we het moeilijker om elkaar aan te spreken. Niet alleen om gewoon te vragen hoe het met iemand gaat maar zeker als het iets betreft dat iemand zou doen maar niet heeft gedaan. De neiging bestaat om er niet over te beginnen en wat klein is kan groot worden.
In een gesprek daarover met een collega vroeg ik me af of we wel duidelijk zijn in onze afspraken. Is er überhaupt sprake van een afspraak? Denkt de ander ook dat er een afspraak is en zo ja, geeft hij/zij daar dan dezelfde invulling aan als jij? Aanspreken kan dan lastig zijn. Je weet niet hoe de ander reageert. En bevestigen dat je het zelf niet zeker weet voelt niet altijd prettig.
Mijn collega vroeg zich af of de stap van afspreken naar aanspreken niet te groot is. Waarom niet een tussenstation inbouwen? Namelijk op iemand afstappen en het bespreken. De eenvoudige vraag stellen: “Heb ik het goed begrepen dat …?” of “Klopt het dat …?” geeft de opening om er over te kunnen spreken. Misschien blijkt de ander het gewoon vergeten te zijn.
Mijn ervaring is dat mijn collega gelijk heeft. Vragen stellen helpt. Ik heb nog niet meegemaakt om op die manier een veeg uit de pan te krijgen, wel dat het prettig was om samen te herijken of we dezelfde afspraak hadden. Vragen is een handig bruggetje om van afspreken via bespreken bij aanspreken te komen.